De Dagvaardingsprocedure
In het civiele recht kunnen zaken met een dagvaarding of een verzoekschrift worden ingeleid. De meeste civiele zaken worden echter ingeleid met een dagvaarding. Deze procedure heet dan ook de dagvaardingsprocedure.
In een dagvaarding vermeldt de eisende partij wat hij vordert, van wie hij het vordert en waarom (de onderbouwing). Ook de juridische gronden waarop de eiser zijn vordering baseert worden in de dagvaarding opgenomen alsmede de bekende verweren van de tegenpartij (gedaagde).
Het is heel belangrijk dat de dagvaarding juridisch inhoudelijk goed is en dat uw vordering helder, juridisch correct en formeel juist wordt ingesteld. Een dagvaarding moet ook aan een aantal formele eisen voldoen en moet een aantal formele waarschuwingen en mededelingen bevatten voor de tegenpartij.
Een dagvaarding mag niet zomaar met de post worden opgestuurd. Om een procedure bij de rechtbank aanhangig te maken is het noodzakelijk dat de dagvaarding door een daartoe bevoegde ambtenaar wordt afgeleverd bij de tegenpartij. Zo’n ambtenaar noemt men een gerechtsdeurwaarder. Het door de gerechtsdeurwaarder bij de tegenpartij bezorgen van de dagvaarding wordt betekenen genoemd. In de door de deurwaarder betekende dagvaarding staat wanneer de tegenpartij moet verschijnen, bij welke rechter en welke locatie.
Nadat de eiser een gedaagde bij dagvaarding heeft opgeroepen om te verschijnen voor de rechter, wordt de zaak “aanhangig gemaakt” op een rolzitting. Op deze zitting wordt een nadere datum bepaald waarop de gedaagde een verweer (dat wordt een conclusie van antwoord genoemd) mag indienen. Zo’n verweer kan ook een eventuele tegeneis bevatten. Dat wordt een eis in reconventie genoemd. In dat geval krijgt de eisende partij nog de gelegenheid schriftelijk te reageren op zo’n eis in reconventie.
Na deze schriftelijke ronde volgt meestal een zitting waarbij beide partijen aanwezig zijn (met hun advocaten). Zo’n zitting wordt een comparitie genoemd. Tijdens deze “comparitie van partijen” kan de rechter nadere vragen stellen en kunnen partijen hun standpunten mondeling toelichten. Soms wordt deze procedure ook aangegrepen om te kijken of er een schikking mogelijk is. Na deze zitting volgt een (tussen)vonnis of krijgen partijen de gelegenheid om in een tweede conclusiewisseling schriftelijk op elkaars standpunten te reageren. Een dagvaardingsprocedure eindigt met een vonnis.