Het ontstaan van een regresvordering
In onze praktijk staan we regelmatig cliënten bij die een regresvordering hebben op een wederpartij. Vaak is die wederpartij een voormalige echtgenoot, compagnon of zakenrelatie en wil de cliënt regres nemen op zo’n partij. Maar wat betekent “regres” nu eigenlijk?
In de praktijk komt het regelmatig voor dat twee partijen hoofdelijk verbonden zijn jegens een derde schuldeiser. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat twee compagnons samen gaan ondernemen en een bedrijf starten en hiervoor bij een bank aankloppen ter financiering. Vaak verbinden de beide compagnons zich vervolgens hoofdelijk jegens de bank voor de volledige door de bank verstrekte geldlening. Dit gebeurt bijvoorbeeld ook als twee partners of echtgenoten besluiten samen een woning te kopen en hiervoor ter financiering van die woning bij een geldverstrekker (wederom vaak een bank) aankloppen. Over het algemeen zijn beide partners/echtgenoten dan ook hoofdelijk aansprakelijk voor de volledige lening van de geldverstrekker.
Hoofdelijke aansprakelijkheid betekent feitelijk dat de schuldeiser zijn volledige vordering kan verhalen bij één van de schuldenaren. De schuldeiser hoeft dus niet de helft van zijn vordering op de ene schuldeiser te verhalen terwijl hij voor de andere helft bij de andere schuldeiser moet aankloppen. De schuldeiser kan -indien sprake is van hoofdelijke verbondenheid- dus zelf bepalen hoeveel hij verhaalt bij welke schuldenaar. In theorie kan de schuldeiser zich uitsluitend wenden tot de meest kapitaalkrachtige schuldenaar en zijn vordering daar innen om vervolgens de minst kapitaalkrachtige schuldenaar buiten schot te houden.
Maar wat nu als u zich hoofdelijk samen met een één of meerdere andere schuldenaren jegens een schuldeiser heeft verbonden en de schuldeiser de hele schuld bij u weet te innen? Dat zorgt dan voor de voor u onredelijke en onwenselijke situatie dat u 100% van de schuld betaalt en de andere hoofdelijk schuldenaar (bijvoorbeeld uw ex partner of ex compagnon) 0% van de schuld betaalt. De wet kent voor die situatie in artikel 6:10 BW een oplossing, namelijk het nemen van regres.
Regres houdt dus simpelweg in dat u een deel van een door betaalde schuld verhaalt op een andere hoofdelijk schuldenaar. Hieronder een voorbeeld:
“Jan en Kees starten samen een bedrijf en sluiten hiervoor een lening van € 100.000,00 af bij de bank. De winsten en verliezen van de onderneming worden tussen Jan en Kees bij helften verdeeld, zo spreken ze af. De bank bedingt in de overeenkomst van geldlening dat Jan en Kees zich hoofdelijk verbinden voor de terugbetaling van het geleende bedrag. Na een verliesgevend jaar besluiten Jan en Kees dat het bedrijf niet levensvatbaar is en besluiten te stoppen. De lening van de bank moet echter wel gewoon afbetaald worden. Kees heeft echter weinig financiële middelen en is niet in staat aan de maandelijkse aflossing te voldoen. Jan is een stuk kapitaalkrachtiger en kan wel aan die aflossing voldoen. Hij betaalt 1000 euro per maand aan de bank. Na 3 jaar heeft Jan de volledige lening van € 100.000,00 terugbetaalt. Kees heeft helemaal niets terugbetaald.
Een en ander zit Jan niet lekker. Ze hadden immers afgesproken dat de winsten en verliezen bij helften zouden worden verdeeld en nu heeft jan feitelijk de gehele geldlening aan de bank in zijn eentje terugbetaalt.
Kan Jan juridisch nog iets richting Kees ondernemen?”
Het antwoord op deze vraag is “JA!” Jan heeft ex. artikel 6:10 BW namelijk een regresvordering op Kees. Intern hebben Jan en Kees immers afgesproken dat de winsten en verliezen bij helften worden gedeeld. Dat betekent ook dat kees 50% van de geldlening aan de bank had moeten terugbetalen. Nu Jan feitelijk 100% van de geldlening heeft terugbetaald, kan Jan het aandeel van Kees in die schuld, op Kees verhalen. Jan heeft in dit kader dus een vordering op Kees van € 50.000,00. Een dergelijke vordering noem je een regresvordering.
De Hoge Raad heeft in een uitspraak (ECLI:NL:HR:2012:BU3784) antwoord gegeven op de vraag wanneer zo’n regresvordering ontstaat. Kan Jan bijvoorbeeld van iedere euro die hij aan de bank terugbetaalt, direct de helft verhalen op Kees? Het antwoord op die vraag is helaas “NEE!” De Hoge Raad heeft aangegeven dat een regresvordering pas ontstaat op het moment dat de aangesproken hoofdelijk schuldenaar (Jan) aan de schuldeiser (de bank) méér heeft betaald dan zijn “interne” aandeel in de schuld. Dat betekent dat er pas een regresvordering van Jan op Kees ontstaat als Jan méér dan de helft van zijn aandeel in de vordering van de bank heeft voldaan. Het aandeel van zowel Jan als Kees is € 50.000,00 per persoon. In casu betekent dit dat Jan pas iets op Kees kan verhalen op het moment dat Jan in totaal meer dan € 50.000,00 aan de bank heeft voldaan. Eerder dan dat heeft Jan geen regresvordering op Kees.
Heeft u een regresvordering op een derde of denkt u dat u zo’n vordering gaat krijgen? neem contact met ons op en wij helpen u verder!