- 02-04-2024

Bij echtscheiding en ondernemerschap: juridische aandachtspunten bij de verdeling

Een echtscheiding heeft ingrijpende gevolgen, niet alleen op persoonlijk vlak, maar ook juridisch en financieel – zeker als één van de partners ondernemer is. De vraag wat er met de onderneming gebeurt bij een scheiding is complex en afhankelijk van meerdere factoren, zoals het huwelijksgoederenregime, de ondernemingsvorm en de waardering van de onderneming.

In dit artikel worden de belangrijkste juridische aandachtspunten besproken bij een echtscheiding waarbij een onderneming betrokken is, met verwijzing naar de relevante wetgeving en jurisprudentie.

Huwelijksgoederenregime: algehele of beperkte gemeenschap van goederen of huwelijkse voorwaarden?

Het huwelijksgoederenregime bepaalt of en in hoeverre de onderneming onderdeel uitmaakt van de te verdelen huwelijksgoederengemeenschap. 

Gemeenschap van goederen (vóór 1 januari 2018) 

Tot 1 januari 2018 gold in Nederland de algehele gemeenschap van goederen als standaard ( artikel 1:93 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Bij de algehele gemeenschap van goederen vallen alle goederen en schulden van beide echtgenoten in de gemeenschap. De goederen moeten in beginsel bij helfte worden gedeeld (artikel 1:100 BW) en in beginsel zijn partijen ieder voor de helft draagplichtig voor de schulden. De rechter kan in zeer uitzonderlijke omstandigheden van een verdeling bij helfte afwijken als het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is om van een verdeling bij helfte uit te gaan (zie bijvoorbeeld ECLI:NL:HR:2012:BV1749)

Beperkte gemeenschap van goederen (vanaf 1 januari 2018) 

Met de invoering van de Wet beperkte gemeenschap van goederen is de algehele gemeenschap van goederen niet meer de standaard. De Wet beperkte gemeenschap van goederen houdt in dat de gemeenschap de goederen omvat die tijdens het huwelijk door de echtgenoten ieder van hen afzonderlijk of door hen tezamen zijn verkregen. En ook de goederen die voorafgaand aan het huwelijk al aan de echtgenoten gezamenlijk toebehoorden (artikel 1:94 lid 2 BW). Bezittingen van vóór het huwelijk of bezittingen verkregen onder uitsluiting zoals een erfenis of schenking blijven privé. Indien een van de echtgenoten vóór het huwelijk een onderneming is gestart, valt deze onderneming in beginsel buiten de gemeenschap van goederen. Wel komt aan de gemeenschap een redelijke vergoeding toe voor de kennis, vaardigheden en arbeid die een echtgenoot ten behoeve van die onderneming heeft aangewend, voor zover deze vergoeding niet op andere wijze aan beide echtgenoten ten goede is gekomen (artikel 1:95a BW).

Huwelijkse voorwaarden 

Indien partijen huwelijkse voorwaarden zijn overeengekomen, is de inhoud daarvan bepalend (artikel 1:93 BW). In de huwelijkse voorwaarden kunnen verschillende voorwaarden oftewel bedingen worden opgenomen. Bij het beding ‘koude uitsluiting’ wordt iedere gemeenschap van goederen uitgesloten en blijven dus vermogens dus gescheiden. Vaak is echter een periodiek of finaal verrekenbeding opgenomen. Een periodiek verrekenbeding bepaalt doorgaans dat de overgespaarde inkomsten van partijen gedurende het huwelijk jaarlijks moeten worden verrekend. Indien een periodiek verrekenbeding niet is uitgevoerd, wordt bij het einde van het huwelijk het aanwezige vermogen vermoed te zijn gevormd uit hetgeen verrekend had moeten worden, tenzij uit de eisen van redelijkheid en billijkheid anders voortvloeit (artikel 1:141 BW). Een finaal verrekenbeding houdt normaal gesproken in dat aan het einde van het huwelijk wordt verrekend. Ook niet-uitgekeerde winsten uit een onderneming kunnen dan onder omstandigheden in de finale verrekening worden betrokken (zie ook ECLI:NL:GHARL:2022:8752

Ondernemingsvorm en waardering

Mocht de onderneming in de gemeenschap van goederen vallen of op grond van de huwelijkse voorwaarden gemeenschappelijk zijn, dan bepaalt de juridische vorm van de onderneming de wijze waarop deze in de echtscheiding betrokken dient te worden.

Eenmanszaak 

Een eenmanszaak is geen goed dat in de wettelijke gemeenschap van goederen kan vallen en is ook geen rechtspersoon waardoor er geen afgescheiden vermogen is. De activa en passiva van een eenmanszaak kunnen wel in de gemeenschap van goederen vallen. De activa zullen dan moeten worden gewaardeerd en worden verdeeld. De passiva kunnen niet worden verdeeld want schulden zijn geen goederen. In beginsel zijn beide partijen ieder voor de helft draagplichtig met betrekking tot de schulden ook als deze verband houden met de exploitatie van de eenmanszaak (zie bijvoorbeeld ECLI:NL:RBZWB:2024:7635). De waardering van de activa kan volgens verschillende waarderingsmethoden plaatsvinden. 

Besloten Vennootschap (B.V.) 

Indien (een van) de echtgenoten aandelen in een B.V. hebben dan kan het dat de aandelen in de gemeenschap van goederen vallen, afhankelijk van het huwelijksgoederenregime. Dan zijn er verschillende mogelijkheden. De aandelen kunnen tussen de echtgenoten worden verdeeld of de aandelen worden aan een van de echtgenoten toegekend. De echtgenoot die de aandelen krijgt toegekend zal de helft van de waarde van de aandelen aan de andere echtgenoot dienen te vergoeden. De waarde van de aandelen moeten dan dus worden vastgesteld. Doorgaans wordt de waarde van de aandelen vastgesteld op basis van de waarde in het economische verkeer. Voor het vaststellen van de waarde kan een deskundige worden ingeschakeld. De rekening-courant schuld van een van de echtgenoten in de B.V. behoort in beginsel ook tot de gemeenschap van goederen. Dat betekent dat de echtgenoten ieder voor een gelijk deel draagplichtig zijn voor de rekening-courant schuld, tenzij uit de eisen van de redelijkheid en billijkheid, mede in verband met aard van de schuld, een andere draagplicht voortvloeit (artikel 1:100 lid 2 BW). 

Vennootschap onder Firma (VOF) 

Indien (een van) de echtgenoten vennoot is in een vennootschap onder firma, kan het aandeel van de vennoot in de VOF in de gemeenschap van goederen vallen. De waardering van het aandeel in de VOF kan door een deskundige op grond van verschillende waarderingsmethoden geschieden. 

Waardering en deskundige beoordeling

De waardebepaling van de activa in een eenmanszaak, de aandelen in een B.V. of het aandeel in een VOF speelt een cruciale rol in de verdeling. Waardering kan via verschillende waarderingsmethoden of maatstaven plaatsvinden. Indien partijen het niet eens worden over de waarderingsmethode dan kan de rechter deze bepalen. De rechter zal in veel gevallen een deskundige de opdracht geven tot waardebepaling waarna de rechter de waarde aan de hand van deskundige(n)rapport(en) kan vaststellen. De beslissing van de rechter tot waardebepaling is steeds toegesneden op (bijzondere) omstandigheden van het geval. De maatstaf waarnaar in een gegeven geval de waardebepaling plaatsvindt, berust in beginsel op een keuze en waardering van de rechter (zie ECLI:NL:PHR:2019:636, pt. 2.14-2.15 en ECLI:NL:GHSHE:2023:635).

Er zijn verschillende waarderingsmethoden te onderscheiden, zoals de Discounted Cash Flow (DCF)-methode, de rendementswaarde- en rendabiliteitswaarde-methode of de intrinsieke waarde-methode.  

Het uitgangspunt is dat als peildatum voor de waardering van tot een gemeenschap behorende goederen de datum van verdeling wordt aangehouden, tenzij partijen een andere datum zijn overeengekomen of als op grond van redelijkheid en billijkheid een andere datum moet worden aanvaard (ECLI:NL:HR:2023:1722). Dit geldt dus ook voor de peildatum van de waardering van de activa in een eenmanszaak, de aandelen in een B.V. dan wel het aandeel van een vennoot als respectievelijk de activa, de aandelen of het aandeel in de gemeenschap van goederen vallen. 
Juridische bijstand en convenant
Een echtscheiding waarbij een onderneming is betrokken vereist juridische expertise. De eventuele afspraken over de onderneming kunnen in onderling overleg tussen partijen in een echtscheidingsconvenant worden vastgelegd. Hierin wordt dan opgenomen wie welke goederen ontvangt. En dus ook aan wie de activa van de eenmanszaak, de aandelen in een B.V. of het aandeel in de VOF wordt toegekend, wat de waarde is van de activa en passiva van de eenmanszaak, de waarde van de aandelen in de B.V. en de rekening-courant schuld of het aandeel in de VOF en tot slot hoe deze waarde wordt verdeeld en wie draagplichtig is en in welke mate voor de schulden, zoals de passiva van de eenmanszaak of de rekening-courant schuld in de B.V. Bij geschillen daarover tussen partijen kan de rechter de verdeling vaststellen (artikel 3:185 BW).

Conclusie

Een echtscheiding met een onderneming vereist maatwerk. Het is essentieel om het toepasselijke huwelijksgoederenregime vast te stellen, de ondernemingsvorm te identificeren en de waardering van de onderneming zorgvuldig te laten uitvoeren door een onafhankelijke deskundige. De rechter kan, indien partijen niet tot overeenstemming komen, de verdeling vaststellen met inachtneming van hetgeen eventueel reeds door partijen is overeengekomen en met inachtneming van hetgeen uit de eisen van de redelijkheid en billijkheid kan voortvloeien. Tijdige advisering en begeleiding door een gespecialiseerde advocaat of mediator is onmisbaar om juridische en fiscale valkuilen te voorkomen.

Hulp nodig? Onze advocaten familierecht zijn gespecialiseerd in echtscheidingen waarbij een onderneming betrokken is. Wij begeleiden je zorgvuldig door het gehele proces van waardering, onderhandeling en verdeling. Neem gerust contact!