Compensatie transitievergoeding bij ontslag na langdurige ziekte
Sinds de invoering van de WWZ geldt dat wanneer een werknemer ontslagen wordt omdat hij langer dan twee jaar ziek is de werkgever een transitievergoeding moet betalen. Veel werkgevers kozen er voor om die verplichting te omzeilen. Zij lieten de arbeidsovereenkomsten van langdurige zieke werknemers in stand, de zogeheten slapende dienstverbanden.
Inmiddels hebben de Eerste en Tweede Kamer het wetsvoorstel ‘Compensatie transitievergoeding na twee jaar ziekte’ aangenomen. Die wet moet per 1 april 2020 in werking treden. Werkgevers kunnen op grond van die wet een transitievergoeding die zij aan een zieke werknemer betalen terugbetaald krijgen. Deze regeling krijgt terugwerkende kracht. Werkgevers die na invoering van de WWZ een transitievergoeding hebben betaald aan een zieke werknemer kunnen deze dus terugbetaald krijgen. De terugbetaling vindt plaats vanuit het Algemeen Werkgeversfonds (Awf) door het UWV, de premies voor de Awf worden verhoogd om de uitbetaling te kunnen financieren.
De regeling geldt voor alle beëindigingen die verband houden met het langdurig arbeidsongeschikt zijn. Het maakt niet uit of het om een bepaalde of onbepaalde tijdscontract gaat. Het maakt ook niet uit of de arbeidsovereenkomst is geëindigd na toestemming van het UWV, of dat partijen met wederzijds goedvinden hebben besloten de arbeidsovereenkomst te beëindigen.
De nieuwe wet en de bijbehorende regeling geven een aantal regels waar je als werkgever rekening mee moet houden, ik zet er een aantal op een rij:
- De vergoeding moet binnen zes maanden na het uitbetalen van de transitievergoeding aangevraagd worden bij het UWV. Bij te vroege of te late aanvraag wordt de vergoeding afgewezen;
- Voor transitievergoedingen die voor 1 april 2020 zijn uitbetaald, geldt dat de werkgever een aanvraag daarvoor tussen 1 april 2020 en 30 september 2020 in moet dienen. Er wordt door het UWV binnen zes maanden na ontvangst van het verzoek hier op beslist;
- Er wordt alleen een compensatie betaald door het UWV voor de hoogte van de transitievergoeding zoals die zou zijn geweest als meteen aan het einde van de 104 weken ziekte termijn (de wachttijd) de arbeidsovereenkomst zou zijn beëindigd. Eventuele betaalde transitiekosten worden ook vergoed;
- De compensatie zal niet meer bedragen dan het bedrag van het tijdens ziekte aan de werknemer betaalde brutoloon;
- UWV vergoed niet het stuk van de transitievergoeding dat verschuldigd is omdat het dienstverband langer heeft voortgeduurd omdat aan werkgever een loonsanctie is opgelegd;
- Ook bij beëindiging met wederzijds goedvinden zal nooit meer vergoeding worden betaald dan het bedrag aan transitievergoeding waar recht op zou hebben bestaan als de arbeidsovereenkomst door ontbinding of opzegging zou eindigen. Als je als werkgever dus een werknemer een transitievergoeding betaalt terwijl je daar wettelijk niet toe verplicht of een hogere vergoeding betaalt dan waartoe je verplicht was dan wordt dit niet vergoed.
De werkgever zal bij de aanvraag aan moeten tonen dat hij recht heeft op de compensatie. Werkgevers doen er dus goed aan om de stukken omtrent de beëindiging (zoals de beëindigingsovereenkomst of ontslagvergunning en loonstroken waarop uitbetaling plaatsvind) goed te bewaren, zodat deze aan het UWV verstrekt kunnen worden.
Werkgevers die sinds 1 juli 2015 een transitievergoeding hebben betaald aan een werknemer die wegens langdurige arbeidsongeschiktheid uit dienst ging moeten dus zorgen dat ze voor 1 oktober 2020 de vergoeding bij het UWV hebben aangevraagd.
Het hebben van een slapend dienstverband heeft nadelen. Nog los van de vraag of een slapend dienstverband wenselijk is in verband met de belangen van de werknemer geldt ook dat er altijd enige binding blijft bestaan. Als en werknemer plots weer zou kunnen werken dan kan hij op basis van het nog bestaande dienstverband claimen weer aan het werk te mogen. Daarbij komt dat zolang het slapende dienstverband voortduurt de hoogte van de bij beëindiging te betalen transitievergoeding alleen maar op blijft lopen. Voor werkgevers die werknemers op basis van slapende dienstverbanden in dienst hebben gehouden is aan te raden om de slapende dienstverbanden zo spoedig mogelijk te beëindigen. De werkgever heeft dan recht op gedeeltelijke compensatie van de te betalen transitievergoeding. Het deel van de transitievergoeding die is opgebouwd in de periode na de 104 weken ziekteperiode moet de werkgever zelf dragen.
Heeft u als werkgever vragen over uw specifieke mogelijkheden om een arbeidsovereenkomst met een zieke werknemer te beëindigen of over het terugbetaald krijgen van de transitievergoeding, neem dan vrijblijvend contact met mij op. Ook als u een werknemer bent die aanspraak zou willen hebben op een transitievergoeding, maar waarbij de werkgever het dienstverband slapend houdt kunnen wij u helpen.